Het is ochtend, het zonnetje schijnt. Gisteren heeft het goed geregend, vandaag kan je weer genieten van zon op je snoet. Heerlijk. Je stapt je tuin in met een koffietje, boterhammetje misschien, klaar om te genieten. En dan zie je ze. Slakken. Overal die slakken. Niet één, niet twee, maar tientallen dikke, slijmerige bruine veelvraten. Wat doe je?
Let op aantrekkelijke hoekjes
Slakken houden van vocht en donkere plekjes om zich te verstoppen. Oude bloempotten, hoopjes bladeren of een vergeten plankje achter de serre? Voor jou rommel, voor slakken pure luxe. Dus: alles wat vocht pakt en donkere schuilplekjes creëert opruimen. Je tuin hoeft geen showroom te zijn, maar een beetje minder comfort voor de slakken doet echt al veel.
Hou het gras kort (en droog)
Hoe langer het gras, hoe natter het blijft na een regenbui. En dat vinden slakken de max. Door regelmatig te maaien, droogt je gazon sneller uit en wordt het een pak minder aantrekkelijk. Een degelijke grasmaaier bespaart je gedoe én tijd. En geef toe: er is iets heel bevredigends aan een strak gazon waar geen slak zich nog veilig waant.
Geef je bodem wat liefde
Slakken houden niet van losse, luchtige grond. Speel daarop in. Door af en toe eens te frezen ( niet te diep, gewoon wat opfrissen) zorg je voor een betere bodemstructuur. Met een frees is dat zo gepiept. En het helpt trouwens ook je planten beter groeien. Twee vliegen, geen slak.
Eierschalen, koperdraad en een beetje geduld
Er zijn ook van die simpele trucjes die eigenlijk best charmant zijn. Eierschalen fijnstampen en rond je plantjes strooien? Werkt. Koperdraad of centjes rond potten en planten? Nog beter. En wie het niet erg vindt om ’s ochtends vroeg in pyjama met een koffietje in de hand slakken te rapen, weet: het kan nog rustgevend zijn ook.
Slim tuinieren
Je hoeft geen strijd te voeren tegen de natuur. Gewoon wat bewuster omgaan met wat je laat rondslingeren, en de boel goed in de gaten houden. Dan krijgen slakken niet eens de kans. Dus als je een beetje oplet, een beetje experimenteert en vooral niet te streng bent voor jezelf ( laat een slak af en toe eens zitten, een plant met een gaatje in zijn blad is niet het einde van de wereld), dan komt het meestal vanzelf goed. Tuinieren is geen wedstrijd, het is een ritme. Een vibe. En hoe vaker je ermee bezig bent, hoe meer je snapt wat werkt in jouw stukje groen. Gereedschap zoals een trimmer gras kan trouwens erg van pas komen. Soms is het gewoon een kwestie van meebewegen met de seizoenen – en af en toe een slak een andere richting uit sturen (naar de buren?).